ECLI:NL:OGEAA:2016:113

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 februari 2016
Publicatiedatum
19 februari 2016
Zaaknummer
EJ nr. 1554 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 16 februari 2016 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap. De verzoekster, de moeder, had op 17 juli 2015 een verzoekschrift ingediend. De verweerder, de man, is niet verschenen op de zittingen, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen. De minderjarige, geboren in 2000, is het onderwerp van deze procedure. De moeder heeft verzocht om de ontkenning van het vaderschap van de verweerder, dat voortvloeit uit hun huwelijk.

Het gerecht heeft vastgesteld dat de moeder niet ontvankelijk is in haar verzoek, omdat dit verzoek niet binnen de wettelijke termijn van een jaar na de geboorte van het kind is ingediend, zoals vereist door artikel 1:200, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. Echter, de Voogdijraad heeft zich bereid verklaard om als bijzondere curator op te treden voor de minderjarige en heeft het verzoek tot ontkenning van het vaderschap namens de minderjarige ingediend. Dit verzoek is wel tijdig ingediend.

Na beoordeling van het overgelegde rapport van het Laboratorio Familiar, dat de resultaten van een DNA-test bevatte, heeft het gerecht geconcludeerd dat de verweerder niet de biologische vader van de minderjarige is. De resultaten van het verwantschapsonderzoek zijn als betrouwbaar beschouwd, en het gerecht heeft daarom het verzoek van de minderjarige toegewezen. De beschikking verklaart het verzoek van de moeder niet-ontvankelijk, benoemt de Voogdijraad tot bijzondere curator van de minderjarige en verklaart de ontkenning van het vaderschap van de verweerder gegrond.

Uitspraak

Beschikking van 16 februari 2016
behorend bij EJ nr. 1554 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[de moeder],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna te noemen: de moeder,
procederend in persoon,
tegen
[de verweerder],
wonende in Aruba,
VERWEERDER,
procederend in persoon.
Belanghebbenden:
[de minderjarige], de minderjarige,
de Voogdijraad, in zijn hoedanigheid van bijzondere curator van de minderjarige,
[de man], hierna te noemen: [de man].

1.DE PROCEDURE

Het verloop de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 17 juli 2015;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 20 oktober 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen partijen in persoon, [de man] in persoon, en de ambtenaar van de Burgerlijke Stand bij haar gemachtigde mr. J.M.A.M. Ponsioen. Namens de Voogdijraad waren aanwezig mr. M. Ras-Pieternella en mevrouw A. Emmanuel.
  • de griffiersaantekeningen van de voorzetting van de behandeling van 5 januari 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de moeder en [de man] in persoon, en de ambtenaar van de Burgerlijke Stand bij haar gemachtigde mr. J.M.A.M. Ponsioen. Namens de Voogdijraad was aanwezig mr. Y.N. Maduro. Verweerder is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Uit het huwelijk tussen de moeder en verweerder is op [datum] 2000 in Aruba geboren [de minderjarige] (hierna: de minderjarige).

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt, naar het gerecht begrijpt, tot ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van verweerder.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht stelt allereerst vast dat de moeder niet in haar op 17 juli 2015 ingediende verzoek kan worden ontvangen. In dit verband is van belang dat ingevolge artikel 1:200, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) een verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap door de moeder dient te worden ingediend binnen een jaar na de geboorte van het kind. Dit betekent dat de moeder het verzoek uiterlijk op [datum] 2001 had moeten indienen. Dit heeft zij niet gedaan.
4.2
Ingevolge artikel 1:212 BWA dient in zaken van afstamming het minderjarige kind vertegenwoordigd te worden door een daartoe door het gerecht benoemde bijzondere curator. De Voogdijraad heeft zich, ter zitting van 20 oktober 2015, bereid verklaard als bijzondere curator van de minderjarige [de minderjarige] op te treden en te kennen gegeven namens de minderjarige het verzoek te willen doen tot ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man. Daarbij is in aanmerking genomen dat de minderjarige in dit verzoek kan worden ontvangen nu het namens deze is ingediend binnen de in artikel 1:200, zesde lid, tweede volzin, BWA gestelde termijn.
4.3.
Uit het overgelegde rapport van het Laboratorio Familiar van 4 november 2015, houdende de bevindingen van een verwantschapsonderzoek (DNA-test), volgt in voldoende mate dat [de man] de biologische vader van de minderjarige is. Nu biologisch vaderschap door middel van DNA-onderzoek nagenoeg met zekerheid kan worden bewezen en er ook overigens geen reden is om aan de resultaten van het verwantschapsonderzoek te twijfelen, is hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat verweerder niet de biologische vader is. Het gerecht zal het verzoek van de minderjarige daarom toewijzen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verklaart het verzoek van de moeder niet-ontvankelijk,
benoemt de Voogdijraad tot bijzondere curator van [de minderjarige], geboren op [datum] 2000 in Aruba,
verklaart gegrond de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van [de verweerder], geboren op [datum] 1961 in Aruba, van [de minderjarige], geboren op [datum] 2000 in Aruba uit [de moeder],
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 16 februari 2016 door mr. M. Schoemaker, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.