1 Ik concludeer heden ook in de zaak met nummer 11/01389. Daarin gaat het over de vraag of een vordering tot afschrift van bescheiden een provisioneel vonnis is en daarnaast over de appellabiliteit van een vonnis waarin een 843a Rv.-vordering is afgewezen.
2 Aangezien in cassatie uitsluitend een vraag van procesrechtelijke aard voorligt, volsta ik met een verkorte weergave van de feiten. Zie hiervoor het bestreden arrest van het hof Amsterdam van 15 maart 2011, rov. 2.1. Zie voor een volledig overzicht het vonnis van de rb. Amsterdam, sector kanton, hierna: het vonnis van de kantonrechter, van 18 juni 2010, rov. 1.1-1.6.
3 Voor zover thans van belang.
4 Zie voor deze weergave van het gevorderde het vonnis van de kantonrechter rov. 3. Zie voor een volledige weergave het petitum van de inleidende dagvaarding.
5 Het voorblad van de dagvaarding vermeldt: "Dagvaarding tevens houdende incidentele vordering ex artikel 843 Rv."
6 Zie rov. 4 van het vonnis van de kantonrechter.
7 De cassatiedagvaarding is op 9 juni 2011 uitgebracht.
8 Zie over het recht op inzage de proefschriften van J. Ekelmans (De exhibitieplicht, Kluwer, Serie Burgerlijk Proces en Praktijk dl X, 2010, diss. Groningen) en J.R. Sijmonsma, Het inzagerecht, Kluwer, Serie Burgerlijk Proces en Praktijk dl IX, 2010, diss. Maastricht).
9 Bosch-Boesjes 2010, (T&C Rv), art. 843a Rv, aant. 1c. Zie voorts Sijmonsma, a.w., p. 225 en E.M. Wesseling-van Gent, 'To fish or not to fish, that's the question' in: Het verzamelen van feiten en bewijs: begrenzing versus verruiming, een kruisbestuiving tussen civiel procesrecht en ondernemingsrecht, Procesrechtelijke Reeks NVvP, nr. 15, Boom 2006, nr. 59-68 en 78.
10 Kamerstukken II, 2011-2012, 33 079, nr. 3, p. 3.
11 Ekelmans, a.w., p. 230-231, onder verwijzing naar Sijmonsma, Art. 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ont(k)leed, Nijmegen, Ars Aequi Libri, 2007, p. 62.
12 Voorstel van wet tot Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden. Zie over het voorstel: J. Ekelmans, Het inzagerecht verbeterd? Het wetsontwerp over inzage in bescheiden, NTBR 2012, p. 49-57, en J.R. Sijmonsma, Het inzagerecht vernieuwd?, Tijdschrift voor de Procespraktijk 2010-6, p. 179-185.
13 Kamerstukken II, 2011-2012, 33 079, nr. 3, p. 1.
14 Kamerstukken II, 2011-2012, 33 079, nr. 3, p. 2.
15 Kamerstukken II, 2011-2012, 33 079, nr. 3, p. 13.
16 Kamerstukken II, 2011-2012, 33 079, nr. 3, p. 15.
17 Zie o.m. HR 10 oktober 2003, LJN AI0309 (NJ 2003, 709); HR 18 februari 2005, LJN AS3640 (JBPr 2005, 37 m.nt. H.W. Wiersma onder JBPr 2005, 45; NJ 2005, 575); HR 17 april 2009, LJN BH3187; Hammerstein (T&C Rv) art. 358, aant. 3; Asser Procesrecht/Van Schaick 2011, nr. 104.
18 Burgerlijke Rechtsvordering, Ynzonides & Van Geuns, art. 337, aant. 5.
19 HR 22 januari 2010, LJN BK1639 (JBPr 2010, 26 m.nt. Groot; NJ 2011, 269 m.nt. Snijders) en mijn conclusie vóór dit arrest onder 2.5-2.9; Burgerlijke Rechtsvordering, Ynzonides & Van Geuns, art. 337, aant. 3. Zie voor een overzicht van rechtspraak van de HR waarin uitspraken zijn gekwalificeerd als tussen-, deel- of einduitspraak: Burgerlijke Rechtsvordering, Ynzonides & Van Geuns, art. 337, aant. 8.
20 LJN AU8485 (NJF 2005, 452).
21 13 april 2010, LJN BM1665.
22 LJN BB6845.
23 Het hof verwees in dat verband naar de hiervoor genoemde uitspraak van het hof Den Haag van 25 oktober 2005, LJN AU8485.
24 LJN BK3127 (JBPr 2010, 12 m.nt. Vos).
25 LJN BG4368.
26 Bij arresten van 9 november 2006 (rolnummer 1344/04) en 29 maart 2007 (rolnummer 1169/04).
27 Hof Arnhem 2 december 2008, LJN BH2816, rov. 2.5.
28 LJN BI8910.
29 HR 22 januari 2010, LJN BK1639 (NJ 2011, 269 m.nt. H.J. Snijders; JBPr 2010, 26 m.nt. E.F. Groot; RAV 2010, 39 met wenk). Zie voorts over dit arrest de kroniek van G. de Groot in TVP 2010/2, p. 59-64).
30 Hof Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden 16 maart 2010, LJN BL7896 en LJN BM2280, hof Den Haag 13 april 2010, LJN BM1665, hof Arnhem, nevenzittingplaats Leeuwarden, 11 januari 2011, LJN BP1185, hof Den Bosch 15 februari 2011, LJN BP5094, hof Amsterdam 13 december 2011, LJN BV2559 (NJF 2012, 99) en hof Den Haag 21 december 2010, zaaknummer 200.051.662/01.
31 LJN BL7896.
32 LJN BI8910.
33 LJN BP1185.
34 Van dit arrest is het in noot 1 bedoelde cassatieberoep ingesteld.
35 Hof Amsterdam 13 december 2011, LJN BV2559 (NJF 2012, 99) rov. 3.2 en 3.3.
36 A.w., p. 229.
37 Ekelmans 2010, p. 255-257.
38 H.W. Wiersma, JBPr 29/07/2011, afl. 3, p. 223 en JBPr 2012/8.
39 F.J.H. Hovens, Kroniek Hoger Beroep, TCR 2010, nr. 2, p. 66-70. Het citaat staat op p. 68 en 69.
40 LJN BB6845.
41 LJN BK3127 (JBPr 2010, 12 m.nt. P.M. Vos).
42 Kingma, t.a.p., p. 3.
43 Dit doet denken aan het asymmetrisch appelverbod van art. 188 lid 2 Rv. bij het voorlopig getuigenverhoor (en art. 204 lid 2 Rv. inzake het voorlopig deskundigenbericht). Er is natuurlijk ook een raakvlak tussen de vordering tot afschrift van bescheiden en het voorlopig getuigenverhoor tijdens een aanhangig geding daar waar een procespartij zich inzicht wil verwerven in zijn bewijspositie. Het recht op afschrift is echter beperkter omdat de justitiabele daarbij al voor ogen dient te hebben om welke bescheiden het gaat. Bij een voorlopig getuigenverhoor behoeft men nog niet zo concreet te zijn. Zie daarover het advies van de Raad voor de rechtspraak van 24 december 2010, overgelegd als bijlage bij de MvT, Kamerstukken II, 2011-2012. 33 079, nr. 3.
44 Kingma, t.a.p., p. 3, noot 22 en p. 4.
45 Zie o.a. het advies van de Adviescommissie Burgerlijk Procesrecht van de NOVA van 3 december 2010 (p. 5), het advies van de NVvR van 10 december 2010 (p. 4) en het advies van de KBG van 1 december 2010 (p. 4), alle overgelegd als bijlage bij de MvT, Kamerstukken II, 2011-2012. 33 079, nr. 3. Zie voorts J. Ekelmans, Het Wetsvoorstel over het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden, Geen eindspel, maar een tussenstand, Ars Aequi 2011, p. 346-354.
46 Zie hierover Ekelmans, Ars Aequi p. 352-353 waarin hij het betoog uit zijn proefschrift herhaald dat het asymmetrisch appelverbod stamt uit de tijd waarin getuigenverhoor slechts mogelijk was bij het dreigend verloren gaan van getuigenbewijs, hoger beroep schorsende werking had én een beschikking, anders dan nu, niet uitvoerbaar bij voorraad kon worden verklaard.
47 Kamerstukken II, 2011-2012, 33 079, nr. 5, p. 6 en 9.
48 Kamerstukken II, 2011-2012, 33 079, nr. 3, p. 15.
49 Zie o.a. hiervoor onder 2.32 (Sijmonsma) en 2.34 (Wiersma).
50 Zie HR 17 maart 2006, LJN AU8325 (NJ 2007, 594), rov. 3.2.
51 Bosch-Boesjes 2010, (T&C Rv), art. 843a Rv, aant. 8.
52 Ekelmans 2007, p. 47-48 en Ekelmans 2010, hoofdstuk 10.