In deze zaak, die op 12 april 2018 door de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, gaat het om een kort geding tussen de moeder en de vader van een minderjarig kind. De moeder, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, heeft een vordering ingesteld tegen de vader, gedaagde in conventie en eiser in reconventie, met betrekking tot de nakoming van een eerder vonnis dat skype-contacten tussen de vader en het kind regelt. De vader heeft in het verleden meerdere keren geprobeerd om contact te leggen via skype, maar de moeder heeft volgens hem niet voldaan aan de afspraken. De vader heeft daarop executoriaal derdenbeslag gelegd op de bankrekening van de moeder, wat heeft geleid tot deze procedure.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vader niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de dwangsommen zijn verbeurd, omdat hij niet heeft aangetoond op welke specifieke zaterdagen het skype-contact niet heeft plaatsgevonden. Hierdoor is het beslag onrechtmatig verklaard en moet de vader het geïncasseerde bedrag van € 899,17 terugbetalen aan de moeder. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er een nieuwe skype-regeling moet worden opgelegd, waarbij de moeder verplicht is om de vader de gelegenheid te geven om elke zaterdag van 18.00 tot 19.00 uur met het kind te skypen. De vader kan een dwangsom van € 250,- per keer eisen als de moeder hieraan niet voldoet, tot een maximum van € 5000,-. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.