ECLI:NL:RBZWB:2023:6745

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
10326912 CV EXPL 23-356 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot betaling van factuur en opschorting door negatieve reviews

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 27 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser01] B.V. en CS FOOD EXPERIENCE B.V. [eiser01] vorderde betaling van een factuur van € 520,30 voor transportdiensten, die CS Food niet had voldaan. CS Food erkende de verschuldigdheid van de factuur, maar stelde dat zij had afgesproken met [eiser01] dat betaling pas zou plaatsvinden na het verwijderen van negatieve reviews door [eiser01]. De kantonrechter oordeelde dat CS Food geen bewijs had geleverd voor deze afspraak en dat er geen recht was op opschorting van de betalingsverplichting. De rechter veroordeelde CS Food tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast werd CS Food in de proceskosten veroordeeld, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op € 695,33. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10326912 \ CV EXPL 23-356
Vonnis van 27 september 2023
in de zaak van
[eiser01] B.V.,
te [plaats01] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser01] ,
gemachtigde: Hafkamp Groenewegen Gerechtsdeurwaarders,
tegen
CS FOOD EXPERIENCE B.V.,
te Etten-Leur,
gedaagde partij,
hierna te noemen: CS Food,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 30 januari 2023 met producties 1 tot en met 7,
- het schriftelijke antwoord met productie 1,
- de conclusie van repliek,
- de nadere toelichting (dupliek) met niet genummerde bijlagen,
- de akte uitlaten producties van [eiser01] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De procedure

2.1.
[eiser01] is een organisatie die zich richt op transport en logistieke dienstverlening naar landen in Zuid/Oost Europa.
2.2.
CS Food is een groothandel in voedings- en genotmiddelen.
2.3.
Partijen zijn op 1 februari 2022 een overeenkomst met elkaar aangegaan met betrekking tot het transport van een pallet goederen van Griekenland naar Nederland.
2.4.
Bij factuur van 24 februari 2022 heeft [eiser01] voor het door haar uitgevoerde transport een bedrag van € 520,30 bij CS Food in rekening gebracht. CS Food heeft de factuur niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiser01] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, CS Food te veroordelen tot betaling van:
a. een bedrag van € 643,29 (€ 520,30 aan hoofdsom + € 78,05 aan buitengerechtelijke incassokosten + € 35,94 aan wettelijke handelsrente tot 27 januari 2023), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 520,30 vanaf 27 januari 2023 tot en met de dag dat de volledige vordering is betaald;
b. de proceskosten.
3.2.
[eiser01] legt het volgende ten grondslag aan haar vordering. Op grond van de door partijen gesloten overeenkomst heeft zij in opdracht en voor rekening van CS Food een pallet goederen getransporteerd van Griekenland naar Nederland en is CS Foods gehouden de factuur voor dat transport te voldoen. CS Food heeft nagelaten de factuur binnen de geldende betalingstermijn van 30 dagen te voldoen, zodat zij in verzuim verkeert. Als gevolg hiervan is zij de wettelijke handelsrente en de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
3.3.
CS Food voert verweer. Zij erkent de verschuldigdheid van de factuur maar voert aan dat zij met [eiser01] heeft afgesproken dat zij de factuur pas hoeft te voldoen nadat [eiser01] enkele door haar geplaatste negatieve reviews heeft verwijderd. CS Food stelt zich op het standpunt dat zij, nu die reviews (nog) niet zijn verwijderd, niet gehouden is om de extra kosten te voldoen. Bij dupliek vordert CS Food dat [eiser01] wordt veroordeeld een boete van € 20,00 te voldoen voor iedere dag dat de negatieve reviews online staan, gerekend vanaf 1 maart 2023.

4.De beoordeling

4.1.
Vaststaat dat tussen partijen een overeenkomst is ontstaan uit hoofde waarvan CS Food de factuur van 24 februari 2022 voor het door [eiser01] uitgevoerde transport dient te betalen. Naar de kantonrechter begrijpt meent CS Food dat zij haar betalingsverplichting mag opschorten. Voor opschorting is vereist dat CS Food een opeisbare vordering heeft op [eiser01] .
4.2.
De kantonrechter stelt vast dat CS Food geen opeisbare vordering heeft op [eiser01] . [eiser01] heeft namelijk gemotiveerd betwist dat partijen de afspraak hebben gemaakt dat eerst de negatieve reviews worden verwijderd voordat CS Food de factuur behoeft te voldoen. CS Food heeft ook in het geheel niet aangetoond of onderbouwd dat partijen een dergelijke afspraak hebben gemaakt. Dit betekent dat het beroep van CS Food op opschorting van haar betalingsverplichting niet slaagt en dat zij de factuur dient te voldoen.
4.3.
Naast de hoofdsom worden ook de nevenvorderingen, bestaande uit de wettelijke handelsrente en de buitengerechtelijke incassokosten, toegewezen nu het beroep op opschorting niet slaagt. CS Food heeft de in rekening gebrachte factuur namelijk niet binnen de gestelde termijn voldaan. Zij is hierdoor de wettelijke handelsrente verschuldigd. Voor de buitengerechtelijke incassokosten geldt dat [eiser01] voldoende heeft onderbouwd dat zij de nodige handelingen heeft verricht die voor vergoeding in aanmerking komen. Daarbij komt het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief.
4.4.
Gelet op het bovengenoemde veroordeelt de kantonrechter CS Food om aan [eiser01] een bedrag van € 634,29 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 27 januari 2023 over een bedrag van € 520,30.
4.5.
Voor zover CS Food heeft bedoeld in haar dupliek een tegenvordering in te dienen, wordt deze vordering niet meegenomen in de beoordeling van deze zaak. Een dergelijke vordering had namelijk op de voet van artikel 137 Rv in het antwoord ingesteld moeten worden. Overigens heeft CS Food ook geen grondslag voor de door CS Food gevorderde boete gesteld.
4.6.
CS Food is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten, tevens de nakosten, worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser01] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
109,33
- griffierecht
322,00
- salaris gemachtigde
264,00
(2 punten × € 132,00)
Totaal
695,33
4.7.
De door [eiser01] gevorderde nakosten zullen op de in de beslissing weergegeven wijze worden begroot.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt CS Food om aan [eiser01] te betalen een bedrag van € 634,29, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over
€ 520,30 met ingang van 27 januari 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt CS Food in de proceskosten, aan de zijde van [eiser01] tot aan dit vonnis vastgesteld op een bedrag van € 695,33,
5.3.
veroordeelt CS Food in de nakosten aan de zijde van [eiser01] begroot op
€ 66,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Boom, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2023.