ECLI:NL:RVS:2019:3774
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- W.G. Drop
- A. Hanrath
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 6 november 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan in een asielzaak. De vreemdeling, die een aanvraag had ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, had eerder een afwijzing van deze aanvraag ontvangen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Deze afwijzing vond plaats op 7 augustus 2019. De vreemdeling had hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 23 oktober 2019 het beroep ongegrond verklaarde. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. In de overwegingen werd benadrukt dat de vreemdeling eerder een verzoek had ingediend om te bepalen dat zij niet mocht worden overgedragen gedurende de behandeling van het hoger beroep. Dit verzoek was op 4 november 2019 afgewezen, omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat het nieuwe verzoekschrift geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden bevatte die een ander oordeel rechtvaardigden dan in de eerdere uitspraak. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van hogerberoepschriften en de noodzaak voor nieuwe feiten of omstandigheden om een heroverweging van eerdere uitspraken te rechtvaardigen.