ECLI:NL:RVS:2020:1894
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak rechtbank
Op 1 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 17 juni 2020 het beroep ongegrond heeft verklaard. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 7 augustus 2020 uitspraak gedaan. In deze uitspraak is overwogen dat, nu er op dezelfde dag een beslissing is genomen op het hoger beroep van de vreemdeling, er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A.W.M. Bijloos, in tegenwoordigheid van mr. A.A. Snijders als griffier, en is openbaar uitgesproken op 7 augustus 2020.