ECLI:NL:RVS:2022:2686
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.P.M. van Ravels
- L.M. Melenhorst
- Rechtspraak.nl
Bestuursdwang en de verplichting tot juiste afvalaanbieding in Rijswijk
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 14 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk. Het geschil betreft de toepassing van spoedeisende bestuursdwang door het college, die op 22 december 2021 een huisvuilzak heeft verwijderd die in strijd met de 'Afvalstoffenverordening voor de gemeente Rijswijk 2011' was aangeboden. De appellant betwist niet dat de huisvuilzak van hem afkomstig is, maar stelt dat zijn afvalpas niet goed functioneerde bij de nieuw geplaatste containers aan de Bazuinlaan. Hij heeft contact opgenomen met de afvalverwerker Avalex, die hem zou hebben meegedeeld dat de pas later geactiveerd zou worden en dat de container tijdelijk zonder pasje toegankelijk moest zijn. De appellant heeft de huisvuilzak naast de container geplaatst omdat hij deze niet in huis kon bewaren vanwege zijn katten.
De Raad van State overweegt dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, die € 159,05 bedragen, voor rekening van de appellant komen, tenzij deze kosten redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn rekening behoren te komen. De Raad stelt vast dat de appellant geen omstandigheden heeft aangevoerd die rechtvaardigen dat de kosten niet voor zijn rekening komen. De omstandigheid dat de afvalpas niet functioneerde ontslaat de appellant niet van zijn verplichting om het afval op de juiste wijze aan te bieden. De Raad concludeert dat het college terecht heeft gehandeld en verklaart het beroep van de appellant ongegrond. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van burgers om zich aan de geldende afvalregels te houden, ongeacht de werking van hun afvalpas.