ECLI:NL:RVS:2025:1656
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel
Op 8 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 18 maart 2025 de zaak ongegrond heeft verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. B. Snoeij, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 15 april 2025 uitspraak gedaan in deze zaak.
In de overwegingen van de uitspraak wordt opgemerkt dat het hoger beroep zich niet richt tegen de uitspraak van de rechtbank. Appellant heeft namelijk niet toegelicht waarom hij de uitspraak onjuist acht. Hierdoor kan de Afdeling geen inhoudelijk oordeel vellen over het hoger beroep, zoals bepaald in artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000. De Afdeling heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De minister is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. W.M. Vos, griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 15 april 2025.