ECLI:NL:RVS:2025:1873
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de minister van Asiel en Migratie op 6 december 2024 een aanvraag van de appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De rechtbank heeft op 7 maart 2025 het beroep van de appellant ongegrond verklaard. Hierop heeft de appellant, vertegenwoordigd door mr. E. Ceylan, hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 25 april 2025 uitspraak gedaan. De minister heeft laten weten dat de appellant met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is. Hierdoor concludeert de Afdeling dat de appellant geen belang meer heeft bij de beoordeling van het hoger beroep. Het hoger beroep is daarom niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.