ECLI:NL:RVS:2025:2014
Raad van State
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over duurzaam verblijfsrecht
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 2 november 2020 is genomen. De staatssecretaris heeft vastgesteld dat de appellant geen duurzaam verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft. Dit besluit werd door de staatssecretaris op 22 juni 2021 ongegrond verklaard na bezwaar van de appellant. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, heeft op 17 februari 2023 het beroep van de appellant gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten. Hierop heeft de appellant, vertegenwoordigd door mr. I. Petkovski, hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 6 mei 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevat geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. Daarom is het hoger beroep ongegrond verklaard en wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.