ECLI:NL:RVS:2025:2598
Raad van State
- Hoger beroep
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 4 september 2023 het beroep van appellant ongegrond verklaarde. Appellant had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, welke op 13 april 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd afgewezen. Het bezwaar dat appellant hiertegen indiende, werd op 7 december 2022 door de staatssecretaris ongegrond verklaard. De rechtbank bevestigde deze beslissing, waarop appellant hoger beroep instelde, vertegenwoordigd door mr. J.P. Sanchez Montoto, advocaat in Zaandam. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep behandeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. De Afdeling heeft de motivering van de rechtbank overgenomen en vastgesteld dat het hoger beroep geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.