ECLI:NL:RVS:2025:2599
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 10 juni 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep en een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft aanvragen van appellanten om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de minister van Asiel en Migratie op 7 april 2025 niet in behandeling zijn genomen. De rechtbank had op 9 mei 2025 de beroepen van appellanten ongegrond verklaard. Appellanten, vertegenwoordigd door mr. B.A. Palm, hebben hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, die op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. De voorzieningenrechter heeft de motivering van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat het hoger beroep ongegrond is. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 juni 2025.