ECLI:NL:RVS:2025:2601
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de minister van Asiel en Migratie op 15 oktober 2024 een aanvraag van de appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De rechtbank heeft op 12 mei 2025 het beroep van de appellant ongegrond verklaard. Hierop heeft de appellant, vertegenwoordigd door mr. I.M. Zuidhoek, hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De termijn voor het indienen van het hoger beroep eindigde op 19 mei 2025, maar het hogerberoepschrift is pas na deze datum bij de Raad van State binnengekomen. De appellant heeft geen redenen aangevoerd om het hoger beroep toch in behandeling te nemen, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 10 juni 2025.