ECLI:NL:RVS:2025:2749
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning door minister
Op 24 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. Betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 20 mei 2025 het beroep gegrond verklaarde, het besluit van de minister vernietigde en de minister opdroeg om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de uitspraak van de rechtbank niet uitgevoerd hoeft te worden totdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er nader onderzoek nodig is naar de argumenten van de minister in hoger beroep en heeft daarom de voorlopige voorziening getroffen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister van Asiel en Migratie geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep.