ECLI:NL:RVS:2025:2804
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake de overdracht aan Oostenrijk
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 3 juni 2025 een beroep ongegrond verklaarde. De rechtbank had eerder beslist dat de minister van Asiel en Migratie op 11 maart 2025 had bepaald dat de appellant zou worden overgedragen aan Oostenrijk. De appellant, vertegenwoordigd door mr. R. Akkaya, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 23 juni 2025 geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling oordeelt dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. Daarom is het hoger beroep ongegrond verklaard en wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden.