ECLI:NL:RVS:2025:2805
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 23 juni 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een voorlopige voorziening heeft gevraagd. Verzoeker had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 10 mei 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag had in een tussenuitspraak van 17 december 2024 de minister de gelegenheid gegeven om de gebreken in het besluit te herstellen. Na een nieuwe afwijzing op 28 januari 2025, heeft de rechtbank op 27 mei 2025 het beroep van verzoeker ongegrond verklaard. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de voorgenomen beëindiging van de opvang op 24 juni 2025 niet zou plaatsvinden. De voorzieningenrechter heeft besloten om bij wijze van ordemaatregel de voorlopige voorziening te treffen, omdat de noodzakelijke stukken voor de beoordeling van het hoger beroep nog bestudeerd moesten worden. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoeker, tot een bedrag van € 907,00, dat geheel toe te rekenen is aan beroepsmatige rechtsbijstand.