ECLI:NL:RVS:2025:2870
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 26 juni 2025 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin appellanten, vertegenwoordigd door mr. K. Mohasselzadeh, in hoger beroep gingen tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 6 juni 2025 het beroep van appellanten tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat hun aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk was verklaard, ongegrond verklaard. Appellanten hebben vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep zich niet richt tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat appellanten niet hebben uitgelegd waarom deze uitspraak volgens hen onjuist was. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was.
Het verzoek om een voorlopige voorziening werd eveneens afgewezen, en de minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 26 juni 2025, en is geregistreerd onder de zaaknummers 202503398/1/V2 en 202503398/2/V2.