202307805/3/A2.
Datum beslissing: 22 augustus 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het hoger beroep van:
[appellanten, wonend in [woonplaats], (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [appellant])
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 6 november 2023 in zaak nr. 21/4930 in het geding tussen:
[appellant]
en
de burgemeester van Leusden.
Procesverloop
[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank MiddenNederland van 6 november 2023 in zaak nr. 21/4930.
De burgemeester heeft daartegen incidenteel hoger beroep ingesteld.
[appellant] heeft de vertrouwelijke versie van één gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.
Het betreft a. een doktersverklaring en b. een medische rapportage.
Overwegingen
1. In de bodemzaak heeft [appellant] verzocht om vergoeding van immateriële schade wegens schending van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG). Volgens [appellant] heeft de burgemeester de AVG geschonden door hem te plaatsen in de gemeentelijke Persoonsgerichte Aanpak (PGA).
De rechtbank is tot het oordeel gekomen dat er onvoldoende grondslag of noodzaak was om de persoonsgegevens van [appellant] in de PGA te verwerken. De rechtbank heeft het verzoek om schadevergoeding echter afgewezen, omdat [appellant] naar het oordeel van de rechtbank niet heeft bewezen in welke mate de schending van de AVG schade heeft veroorzaakt en niet concreet heeft aangegeven waaruit zijn schade bestaat.
2. [appellant] heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de stukken kennis zal nemen. Volgens [appellant] bevatten de stukken gevoelige persoonsgegevens, waarvan hij niet wil dat de burgemeester daarvan kennis neemt.
3. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
4. De hiervoor onder a en b vermelde stukken bevatten gegevens over de gezondheid van [appellant]. Gegevens over de gezondheid zijn bijzondere persoonsgegevens. Verstrekking van de stukken aan de burgemeester zou het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van [appellant] kunnen schaden. Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van [appellant] in dit geval zwaarder dan het belang van de burgemeester om van deze stukken kennis te nemen. Daarbij is van belang dat de burgemeester door de beperkte kennisneming niet zodanig in zijn procesbelang wordt geschaad, dat zijn belang zwaarder moet wegen.
5. De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. N.H. den Biggelaar, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Oranje, griffier.
w.g. Biggelaar
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer
w.g. Oranje
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 22 augustus 2025