ECLI:NL:RVS:2025:685
Raad van State
- Hoger beroep
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen bewaring door minister van Asiel en Migratie
Op 25 februari 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in het hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 18 december 2024 het beroep van de vreemdeling tegen de beslissing van de minister van Asiel en Migratie om hem in bewaring te stellen, ongegrond verklaard. De vreemdeling had hiertegen hoger beroep ingesteld, vertegenwoordigd door mr. H.J. Janse, advocaat in Groningen.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordeel was gekomen. De Afdeling nam de motivering van de rechtbank over en concludeerde dat het hoger beroep niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank leidde. De Afdeling zag geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.
De minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 25 februari 2025, en de betrokken rechters waren mr. M. den Heyer en mr. W.M. Vos, die als griffier fungeerde.