ECLI:NL:CBB:2000:AA7087
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- B. Verwayen
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Beperking van kennisneming van vertrouwelijke bedrijfsgegevens in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 juni 2000 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door een appellant tegen de Minister van Economische Zaken. Het beroep was gericht tegen een besluit van de minister van 28 april 1998, waarin deze zich onbevoegd verklaarde om te beslissen op het bezwaar van de appellant. Dit bezwaar was gericht tegen een eerder besluit van de minister van 14 november 1997, waarin het verzoek van de appellant om maatregelen te nemen jegens A.F.C. Ajax te Amsterdam was afgewezen. Na een heroverweging van het bezwaar op 3 augustus 1999, verklaarde de minister het bezwaarschrift ongegrond, waarop de appellant zijn beroep handhaafde.
De minister had in het verweerschrift op 27 oktober 1999 aangegeven dat bepaalde stukken vertrouwelijk waren en dat alleen het College kennis mocht nemen van deze stukken, in overeenstemming met artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het College heeft A.F.C. Ajax uitgenodigd om als partij aan het geding deel te nemen, maar hierop is niet gereageerd. De kern van de zaak was of de beperking van de kennisneming van de vertrouwelijke stukken gerechtvaardigd was.
Het College overwoog dat de beslissing over de beperking van de kennisneming een feitelijk oordeel vereiste, waarbij belangen van partijen en de noodzaak voor de rechter om over alle relevante informatie te beschikken, moesten worden afgewogen. Het College concludeerde dat bepaalde bedrijfsgegevens, zoals financiële gegevens uit een sponsorovereenkomst, als concurrentiegevoelig moesten worden beschouwd en dat de beperking van de kennisneming voor deze gegevens gerechtvaardigd was. Voor andere gegevens oordeelde het College dat de appellant wel kennis mocht nemen van de sponsorovereenkomst, met uitzondering van de eerder genoemde vertrouwelijke gegevens. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in bestuursrechtelijke procedures, terwijl tegelijkertijd de bescherming van vertrouwelijke informatie gewaarborgd blijft.