ECLI:NL:CBB:2000:AU1249
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- B. Verwayen
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag voor technologische samenwerking op basis van onvoldoende onderzoekskarakter
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 september 2000 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag door de Minister van Economische Zaken. De aanvraag was ingediend door A, handelend onder de naam B, voor een project gericht op de ontwikkeling van een softwarepakket dat gebruikers in staat zou stellen hun informatiesysteem zelf te specificeren en genereren. De Adviescommissie technologische samenwerkingsprojecten had negatief geadviseerd over de aanvraag, omdat er volgens hen niet voldaan werd aan de eis dat minimaal 50% van het project uit onderzoek moest bestaan. De commissie concludeerde dat het project voornamelijk een ontwikkelingsproject was en niet voldeed aan de criteria voor subsidie op basis van fundamenteel of industrieel onderzoek.
De appellant voerde aan dat er wel degelijk een wezenlijk onderzoekskarakter in het project was opgenomen en dat de afwijzing van de subsidieaanvraag onterecht was. Tijdens de hoorzitting werd echter duidelijk dat de werkzaamheden die in de aanvraag waren opgenomen, voornamelijk gericht waren op de ontwikkeling van software en niet op het verkrijgen van nieuwe wetenschappelijke kennis. Het College oordeelde dat de appellant niet voldoende had aangetoond dat de kosten van het project voor het merendeel toe te rekenen waren aan fundamenteel en industrieel onderzoek, zoals vereist door de wetgeving.
Het College concludeerde dat de Minister terecht had besloten de subsidieaanvraag af te wijzen, omdat de aanvraag niet voldeed aan de vereisten van het Besluit subsidies bedrijfsgerichte technologische samenwerking. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke scheiding tussen ontwikkelingswerkzaamheden en onderzoeksactiviteiten in subsidieaanvragen.