ECLI:NL:CBB:2000:AU1253
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- B. Verwayen
- H.C. Cusell
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Weigering van verklaringen inzake energie-investeringen op basis van de Wet inkomstenbelasting 2001
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, hebben appellanten A en B, vertegenwoordigd door hun gemachtigde C, beroep ingesteld tegen besluiten van de Minister van Economische Zaken. De besluiten betroffen de weigering om verklaringen af te geven voor energie-investeringen, zoals bedoeld in artikel 11 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. De aanvragen voor deze verklaringen waren gedaan op 29 augustus 1997, maar de Minister weigerde deze omdat de verplichtingen voor de investeringen niet binnen de gestelde termijn van drie maanden waren aangemeld.
De appellanten stelden dat zij gerechtvaardigde verwachtingen hadden gewekt door eerdere communicatie van de Belastingdienst en Senter, die hen de indruk gaven dat aan de aanvragen zou worden voldaan. Tijdens de zitting op 13 april 2000 werd het standpunt van de appellanten verder toegelicht, waarbij zij aanvoerden dat de communicatie hen had doen geloven dat de aanvragen correct waren ingediend en dat de technische beoordeling van de investeringen zou leiden tot een positieve uitkomst.
Het College oordeelde dat de Minister niet gehouden was om de verklaringen af te geven, omdat de aanvragen niet tijdig waren ingediend. De eerdere mededelingen van de Belastingdienst en Senter konden niet als basis dienen voor het vertrouwen van de appellanten, aangezien de formele vereisten voor de afgifte van de verklaringen niet waren nageleefd. Het College concludeerde dat de weigering van de Minister om de verklaringen af te geven rechtmatig was en verklaarde het beroep ongegrond. Er werden geen kosten aan de Minister opgelegd, aangezien er geen aanleiding was voor een kostenveroordeling.