ECLI:NL:CBB:2001:AB0870
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag braakperceel op grond van Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 maart 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen Maatschap A, appellante, en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, verweerder. De procedure begon op 4 mei 2000, toen appellante een beroepschrift indiende tegen een besluit van verweerder van 24 maart 2000, waarin het bezwaar van appellante tegen een eerder besluit werd afgewezen. Dit eerdere besluit betrof de afwijzing van een aanvraag voor een braakperceel, dat appellante had ingediend op 23 april 1999. Verweerder had de aanvraag afgewezen op basis van het argument dat het perceel niet voldeed aan de voorwaarden van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen.
Tijdens de zitting op 21 februari 2001 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Appellante stelde dat het perceel in 1998 feitelijk braak had gelegen, ondanks dat het niet als zodanig was opgegeven in de aanvraag. Verweerder daarentegen handhaafde zijn standpunt dat het perceel niet voldeed aan de voorwaarden van de Regeling, omdat het in 1998 niet was bebouwd met een gewas dat met het oog op een oogst was geteeld.
Het College oordeelde dat verweerder op goede gronden het perceel niet als braakperceel kon accepteren, aangezien het niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 19, eerste lid, van de Regeling. Het feit dat appellante getuigenverklaringen had overgelegd die stelden dat het perceel feitelijk braak had gelegen, kon niet baten, omdat de administratieve voorwaarden leidend waren. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.