ECLI:NL:CBB:2001:AB1278
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.E. Doolaard
- Th.J. van Gessel
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift inzake EG-steunverlening akkerbouwgewassen
In deze zaak heeft de Maatschap A en B beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, waarbij het bezwaar van appellante tegen de beslissing op haar aanvraag voor steun op grond van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen niet-ontvankelijk werd verklaard. De procedure begon op 19 mei 2000, na de indiening van een beroepschrift tegen het besluit van 17 april 2000. De Minister had het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend, meer dan zes weken na de bekendmaking van het besluit.
De feiten van de zaak zijn als volgt: appellante diende op 1 mei 1999 een aanvraag in voor steun, maar wijzigde deze aanvraag op 12 mei 1999. De Minister keurde de aanvraag goed, maar appellante ontving geen uitbetaling van de maïspremie. Na telefonisch contact met de uitvoeringsdienst LASER, bleek dat de aanvraag niet correct was en dat de code voor de maïspremie niet goed was ingevuld. Appellante diende bezwaar in, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat het bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk was verklaard. Het College stelde vast dat appellante niet redelijkerwijs kon aannemen dat haar aanvraag voor subsidie was goedgekeurd, ondanks eerdere goedkeuringen. De omstandigheid dat appellante in eerdere jaren wel maïspremie had ontvangen, maakte dit niet anders. Het College concludeerde dat er geen verschoonbare reden was voor de termijnoverschrijding en verklaarde het beroep ongegrond. Er werden geen proceskosten vergoed.