ECLI:NL:CBB:2001:AB1320
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- B. van Wagtendonk
- R.P.H. Rozenbrand
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake invoer van producten op basis van melk
In deze zaak heeft de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 maart 2001 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van verzoeksters A, B, C, en D, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. W. Knibbeler. De zaak betreft de weigering door de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees om een partij 'cacoa-premix D' in te voeren uit Curaçao, met een netto gewicht van 119.801 kg. Dit besluit was genomen op basis van artikel 16 van de Warenwetregeling Zuivelbereiding. Verzoeksters hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroegen de president om een voorlopige voorziening te treffen, zodat de invoer van de producten zou worden geschorst totdat het bezwaar was behandeld.
De president heeft de zaak behandeld op een zitting op 21 maart 2001, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De president heeft vastgesteld dat de bevoegdheid om van het geschil kennis te nemen bij de rechtbank te Rotterdam ligt, aangezien het besluit waartegen bezwaar is gemaakt, dateert van na de inwerkingtreding van de wijziging van de Warenwet op 1 februari 2001. Hierdoor is het College niet bevoegd om het verzoek om voorlopige voorziening te behandelen. De president heeft zich daarom onbevoegd verklaard en het verzoekschrift doorgezonden naar de rechtbank te Rotterdam.
De president heeft in zijn beslissing geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de kosten van de procedure. Dit leidt tot de conclusie dat de president zich onbevoegd heeft verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening niet in behandeling heeft genomen, maar doorverwezen naar de bevoegde rechtbank.