ECLI:NL:CBB:2001:AB2104
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Roemers
- C.J. Borman
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de heffing opgelegd door het Productschap Vis
In deze zaak heeft appellante, A, beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Vis, waarbij een heffing over het jaar 1998 werd opgelegd. De heffing, ter hoogte van fl. 2.747,45, was ambtshalve opgelegd op 22 december 1999. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. De procedure begon op 17 juli 2000, toen het College het beroepschrift ontving. Tijdens de zitting op 11 april 2001 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Appellante werd vertegenwoordigd door C en D, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden, mr drs H. van der Heuvel en mr M. Wijdeveld.
De kern van het geschil draait om de vraag of appellante als visserijonderneming kan worden aangemerkt, zoals bedoeld in de Instellingsverordening Productschap Vis. Appellante stelt dat zij niet onder de reikwijdte van het productschap valt, omdat zij garnalen aanvoert in Denemarken en daar geen heffing verschuldigd is. Het College heeft vastgesteld dat verweerder onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de status van appellante als visserijonderneming en dat de heffing niet zorgvuldig is voorbereid. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep gegrond is en het bestreden besluit vernietigd moet worden.
Het College heeft bepaald dat verweerder opnieuw op het bezwaarschrift van appellante moet beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens is verweerder verplicht om het door appellante betaalde griffierecht van fl. 450,-- te vergoeden. De uitspraak werd gedaan op 23 mei 2001 door de rechters D. Roemers, C.J. Borman en W.E. Doolaard, in aanwezigheid van griffier A. Bruining.