ECLI:NL:CBB:2001:AB2129
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Toelating tot mondeling tentamen accountantsexamen en weigering door Examenbureau
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van het Examenbureau, dat hem niet toeliet tot de mondelinge tentamenronde van het accountantsexamen in augustus 1999. Het Examenbureau had op 5 augustus 1999 aan appellant meegedeeld dat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor deelname, omdat hij naast het vak Fiscale Advisering ook het vak Administratieve Organisatie nog niet had behaald. Appellant had op 23 juli 1999 een inschrijfformulier ingediend, maar dit was onvolledig. De mondelinge tentamenronde vond plaats van 16 tot en met 24 augustus 1999, en appellant voldeed pas op 25 augustus 1999 aan de eisen, nadat hij het hertentamen had behaald.
De procedure begon met de ontvangst van het beroepschrift op 2 november 1999, waarin appellant bezwaar maakte tegen het besluit van 27 september 1999. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de feiten en omstandigheden onderzocht, waaronder de relevante wetgeving en de regels van het Examenbureau. Het College concludeerde dat appellant niet aan de voorwaarden voldeed op het moment van de tentamenronde, en dat het Examenbureau niet verplicht was om een uitzondering te maken.
De beoordeling van het geschil richtte zich op de vraag of de weigering van het Examenbureau rechtmatig was. Het College oordeelde dat de voorwaarden voor deelname aan de mondelinge tentamenronde duidelijk waren en dat appellant niet tijdig aan deze voorwaarden voldeed. De beslissing van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en er waren geen termen voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door M.J. Kuiper, met griffier J.A. Hoovers-Backaert aanwezig.