ECLI:NL:CBB:2001:AB2491
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- R.R. Winter
- S.F.E. Raeven
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunning voor kansspelautomaten
In deze zaak gaat het om een verzoek om voorlopige voorziening tegen een besluit van de burgemeester van Den Haag, waarbij aan café-koffiehuis 'Lucia' op 21 februari 2001 een vergunning is verleend voor het aanwezig hebben van één kansspelautomaat en één behendigheidsautomaat. De vergunning is onder bepaalde voorwaarden verleend, waaronder de verplichting dat de vergunning in de inrichting aanwezig moet zijn en op verzoek van de politie of controlerende ambtenaren moet worden getoond. Verzoekers hebben op 2 april 2001 bezwaar gemaakt tegen dit besluit en hebben op 6 april 2001 een verzoekschrift ingediend bij de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, met het verzoek om het besluit van de burgemeester te schorsen in afwachting van de beslissing op het bezwaar.
De president heeft in zijn uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening aangegeven dat er griffierecht geheven wordt voor de behandeling van het verzoek. Verzoekers zijn op 26 april 2001 geïnformeerd dat het griffierecht binnen twee weken voldaan moest zijn, en dat bij niet tijdige betaling het verzoek niet-ontvankelijk verklaard zou worden. Aangezien het griffierecht niet tijdig is voldaan, heeft de president het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door de president in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.