ECLI:NL:CBB:2001:AB2505
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen korting op tegemoetkoming schade door klassieke varkenspest
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 juli 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen appellant A, een varkenshouder, en de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister, waarbij een korting van 35% op de tegemoetkoming in de schade werd opgelegd vanwege het niet melden van de aanvoer van varkens. De korting was gebaseerd op een rapport van de Algemene Inspectiedienst, waarin werd vastgesteld dat appellant zeven keer de aanvoer van varkens niet had gemeld. De totale waarde van de varkensstapel was getaxeerd op fl. 302.642,77, en de minister had een tegemoetkoming van fl. 196.717,80 toegekend, waarover de korting werd toegepast.
De procedure begon op 28 mei 1998 met de indiening van het beroepschrift. Na een schriftelijke uitwisseling van standpunten, besloot het College op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht dat een zitting niet nodig was. Appellant voerde aan dat de korting een administratieve boete was en dat dit in strijd was met de rechtswaarborgen van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hij betoogde dat de korting niet in verhouding stond tot de overtredingen en dat de wetgever niet de bevoegdheid had gegeven aan het Landbouwschap om dergelijke kortingen op te leggen.
Het College oordeelde dat de opgelegde korting niet als een sanctie kon worden beschouwd en dat er geen sprake was van een 'criminal charge' in de zin van artikel 6 EVRM. Het College verwees naar eerdere uitspraken waarin werd vastgesteld dat het kortingenstelsel niet onevenredig was. Het belang van het naleven van de meldingsplicht voor de bestrijding van het varkenspestvirus werd benadrukt, en het College concludeerde dat de nadelige gevolgen van de korting voor appellant niet onevenredig waren in verhouding tot de doelen van het kortingenstelsel. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten vergoed.