ECLI:NL:CBB:2001:AB2511
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen korting op tegemoetkoming bij schade door klassieke varkenspest
In deze zaak heeft appellante, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, waarbij een korting van 35% op de tegemoetkoming in de schade werd opgelegd na de vaststelling van klassieke varkenspest op haar bedrijf. De procedure begon op 17 april 1998 met de indiening van een beroepschrift. De minister had eerder op 13 maart 1997 een tegemoetkoming van fl. 205.660,47 toegekend, maar vanwege te late meldingen van de aanvoer van varkens werd een korting toegepast. Appellante maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de korting niet als een sanctie kan worden beschouwd en dat er geen sprake is van een 'criminal charge' in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het College benadrukte het belang van het naleven van de meldingsplicht voor de bestrijding van besmettelijke ziekten zoals varkenspest. De appellante voerde aan dat de korting onevenredig was en in strijd met het gelijkheidsbeginsel, maar het College verwierp deze argumenten. Het College concludeerde dat de opgelegde korting niet onevenredig was en dat het beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak werd gedaan op 3 juli 2001 door mr. J.A. Hagen, in aanwezigheid van griffier mr. drs. B. van Velzen.