ECLI:NL:CBB:2001:AB2984
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag verklaring langdurig werkloze op basis van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen
In deze zaak heeft appellante, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Algemene Directie van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, waarbij haar aanvraag om een verklaring langdurig werkloze werd afgewezen. De aanvraag was ingediend op 13 juli 1999, maar de Regionale Directie van Arbeidsvoorziening Limburg had deze afgewezen omdat deze niet binnen de voorgeschreven termijn van twee maanden na de indiensttreding van de werknemer was ingediend. Appellante had de werknemer in dienst genomen op 2 september 1998 en de aanvraag was dus te laat.
De procedure begon op 6 januari 2000 met de ontvangst van het beroepschrift door het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Tijdens de zitting op 10 mei 2001 was appellante niet aanwezig, maar haar gemachtigde, mr. A.H. Knigge, was wel aanwezig om het standpunt van appellante toe te lichten. De verweerder werd vertegenwoordigd door mr. J.H. Roovers en mr. D. Wekker.
Het College oordeelde dat de aanvraag niet binnen de wettelijke termijn was ingediend en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. Appellante had aangevoerd dat zij niet op de termijn was gewezen door de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, maar het College oordeelde dat onbekendheid met de wettelijke indieningstermijn niet als verschoonbare reden kon worden aangemerkt.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen waren om de kosten van de procedure te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.C. Cusell, in aanwezigheid van griffier mr. W.F. Claessens, op 21 juni 2001.