ECLI:NL:CBB:2001:AB4352
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. Kuiper
- R.P.H. Rozenbrand
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Landbouw inzake EG-steunverlening akkerbouwgewassen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 augustus 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant A, gevestigd te B, en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Appellant had op 25 april 2000 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van de Minister van 14 maart 2000, waarin deze op het bezwaar van appellant tegen een eerdere beslissing over de toekenning van een bijdrage op grond van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen had beslist. Appellant had bezwaar gemaakt tegen het feit dat hij geen subsidie had ontvangen voor de percelen 5 en 8, die uit productie waren genomen, en stelde dat hij abusievelijk een aanvraag had ingediend op basis van de vereenvoudigde regeling in plaats van de algemene regeling. Tijdens de zitting op 28 februari 2001 was appellant niet aanwezig, maar verweerder heeft zijn standpunt toegelicht.
Het College heeft vastgesteld dat de aanvraag van appellant op 14 mei 1999 correct was ingediend, maar dat er geen sprake was van een klaarblijkelijke fout zoals bedoeld in artikel 5 bis van Verordening (EEG) nr. 3887/92. Het College oordeelde dat de Minister op goede gronden had besloten dat de aanvraag van appellant betrekking had op de vereenvoudigde regeling en niet op de algemene regeling. De door appellant ingediende aanvraag bevatte geen tegenstrijdigheden en de opgegeven oppervlakte lag onder de grens voor de vereenvoudigde regeling. Het College concludeerde dat de Minister de aanvraag niet had hoeven wijzigen en dat het beroep van appellant ongegrond was. Er werden geen proceskosten aan de Minister opgelegd, aangezien er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.