ECLI:NL:CBB:2001:AB6586
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming in schade door ruiming van varkens vanwege klassieke varkenspest
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 augustus 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante, een varkenshouder, en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Appellante had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris, waarin een tegemoetkoming in schade werd toegekend na de ruiming van haar varkens vanwege verdenking van besmetting met klassieke varkenspest. De procedure begon op 12 januari 1999, na een besluit van 30 november 1998, dat voortvloeide uit een eerder besluit van 26 juni 1997, waarin de schadevergoeding werd vastgesteld.
De appellante voerde aan dat het systeem van tegemoetkomingen in de schade, zoals vastgelegd in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwd), niet correct werd toegepast. Zij stelde dat er een ongelijkheid bestond tussen de vergoedingen voor preventief geruimde zeugenbedrijven en vleesvarkensbedrijven, en dat haar schade niet als een normaal bedrijfsrisico kon worden beschouwd. De appellante betoogde dat de Staatssecretaris niet voldoende rekening had gehouden met de belangen van haar bedrijf en dat de gevolgen van de ruiming onevenredig waren.
De Staatssecretaris verdedigde zijn besluit door te stellen dat het stelsel van schadevergoeding een gesloten systeem is en dat de herberekening van de schadevergoeding voor zeugenbedrijven niet buiten dit systeem valt. Het College oordeelde dat de Staatssecretaris in redelijkheid onderscheid kon maken tussen fokvarkensbedrijven en vleesvarkensbedrijven, en dat de appellante terecht geen hogere tegemoetkoming had ontvangen. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.