ECLI:NL:CBB:2001:AC0096
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing premieaanvraag zoogkoeien 1998
In deze zaak heeft appellante, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, dat haar aanvraag voor premie voor zoogkoeien over het verkoopseizoen 1998 niet in behandeling werd genomen. De procedure begon op 11 september 2000, toen appellante haar beroepschrift indiende tegen het besluit van 28 augustus 2000, waarin haar bezwaar tegen een eerdere beslissing werd afgewezen. De kern van het geschil draait om de vraag of appellante tijdig een aanvraag voor de premie heeft ingediend. Appellante stelt dat haar echtgenoot het aanvraagformulier vóór de deadline van 31 augustus 1998 heeft ingediend, maar kan dit niet bewijzen. De Minister heeft in zijn besluit aangegeven dat aanvragen die na de deadline worden ingediend, niet-ontvankelijk zijn, en dat er geen bewijs is dat de aanvraag tijdig is ingediend. Tijdens de zitting op 25 juli 2001 heeft appellante haar standpunt toegelicht, maar het College oordeelt dat het risico van het niet kunnen bewijzen van tijdige indiening bij de aanvrager ligt. Het College concludeert dat de aanvraag niet is ontvangen en dat de beslissing van de Minister om de aanvraag niet in behandeling te nemen, rechtmatig is. De uitspraak van het College is op 15 augustus 2001 gedaan, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard.