ECLI:NL:CBB:2001:AD3367
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- D. Roemers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake superheffing melkquotum
In deze zaak heeft de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 augustus 2001 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van verzoeker, A, h.o.d.n. Handelsonderneming Hunthum, tegen het Productschap Zuivel. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 19 juni 2001, waarin zijn bezwaarschrift tegen een eerder besluit van 5 oktober 2000 niet-ontvankelijk was verklaard. Dit eerdere besluit betrof de ambtshalve vaststelling van de door verzoeker ontvangen melk in de heffingsperiode 1997/1998, waarvoor geen verantwoording was afgelegd, en de oplegging van een superheffing van f 61.299,38. Verzoeker verzocht om een voorlopige voorziening om de betaling van deze aanslag op te schorten.
De president heeft de zaak behandeld op zitting op 14 augustus 2001, waar verzoeker in persoon aanwezig was. De president heeft vastgesteld dat verzoeker zijn bezwaarschrift te laat had ingediend, meer dan zes weken na het besluit van 5 oktober 2000. Verzoeker stelde dat hij de eerdere besluiten nooit had ontvangen, maar de president oordeelde dat verzoeker op 28 april 2001 al op de hoogte was van de situatie en dat hij niet tijdig bezwaar had gemaakt. De president concludeerde dat het bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk was verklaard en wees het verzoek om voorlopige voorziening af.
De president merkte op dat verzoeker niet de volledige beroepstermijn van zes weken toekwam, omdat hij niet had aangetoond dat hij het besluit van 5 oktober 2000 niet had ontvangen. De president oordeelde dat verzoeker had moeten reageren op de eerdere aanmaningen en dat hij niet had voldaan aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht. De beslissing om het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen werd dan ook bevestigd.