ECLI:NL:CBB:2001:AD3634
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake bestrijdingsmaatregelen klassieke varkenspest
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 4 september 2001 uitspraak gedaan in een beroep van appellante A, die een varkensbedrijf exploiteert, tegen een besluit van de Inspecteur-Districtshoofd van de Veterinaire Dienst. Appellante had bezwaar gemaakt tegen besluiten van 16 mei 1997, waarin haar varkens verdacht werden verklaard van besmetting met klassieke varkenspest. De Inspecteur had maatregelen aangekondigd, waaronder het doden van de verdachte dieren. Appellante stelde dat de burgemeester bevoegd was tot het treffen van deze maatregelen en dat er geen sprake was van een besmetting. Ze betwistte ook de wetenschappelijke onderbouwing van de genomen besluiten en eiste volledige schadevergoeding.
Tijdens de zitting op 24 juli 2001 heeft appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat de genomen maatregelen onterecht waren en dat de risico-analyse niet transparant was. Verweerder verdedigde zijn besluit door te stellen dat de klassieke varkenspest zeer besmettelijk is en dat er spoedeisend moest worden gehandeld. Het College heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat verweerder in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. De criteria voor de verdachtverklaring van de varkens zijn volgens het College adequaat toegepast.
Het College heeft geoordeeld dat de genomen maatregelen noodzakelijk waren ter bestrijding van de klassieke varkenspest en dat de belangen van de volksgezondheid zwaarder wogen dan de belangen van appellante. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard, en er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van snelle en effectieve maatregelen in geval van besmettelijke dierziekten.