ECLI:NL:CBB:2001:AD3819
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Weigering S&O-verklaring voor ontwikkelingsproject door College van Beroep voor het Bedrijfsleven
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 20 september 2001 uitspraak gedaan in het geschil tussen Unlimited Business Solutions B.V. en de Minister van Economische Zaken. De appellante, Unlimited Business Solutions B.V., had een aanvraag ingediend voor een S&O-verklaring in het kader van een project genaamd 'Progress-completering'. Deze aanvraag werd gedaan op 10 juni 1998 en had betrekking op de ontwikkeling van financiële software en tools binnen de Progress ontwikkelomgeving. De Minister van Economische Zaken had echter op 26 maart 1999 besloten om de aanvraag af te wijzen, omdat de werkzaamheden niet gericht waren op het oplossen van tekortkomingen van de Progress-omgeving, maar op de ontwikkeling van een ERP-systeem met behulp van de programmeertaal Delphi.
De procedure begon met een beroepschrift van appellante op 6 mei 1999, waarin zij haar bezwaren tegen de afwijzing uiteenzette. Tijdens de hoorzitting op 16 december 1998 werd duidelijk dat de werkzaamheden van appellante in het tweede halfjaar van 1998 niet meer gericht waren op de ontwikkeling van programmatuur om tekortkomingen van Progress op te lossen. De heer A, een medewerker van appellante, gaf aan dat men in mei/juni 1998 had besloten om over te stappen naar Delphi, wat leidde tot een discrepantie tussen de aanvraag en de daadwerkelijk uitgevoerde werkzaamheden.
Het College oordeelde dat de Minister terecht de S&O-verklaring had geweigerd, omdat de werkzaamheden niet meer gericht waren op de aanvankelijk ingediende aanvraag. De conclusie was dat de werkzaamheden die appellante had verricht, niet konden worden aangemerkt als speur- en ontwikkelingswerk in de zin van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen. Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.