ECLI:NL:CBB:2001:AD8491
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.A. van der Ham
- R.H.L. Dallinga
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar inzake dienstregeling en bushalte locatie
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 27 december 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant A, wonende te B, en het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE). Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, dat op 31 augustus 2000 was genomen en op 1 september 2000 was verzonden. Dit besluit verklaarde het bezwaar van appellant tegen een eerder besluit van 8 mei 2000 niet-ontvankelijk. Appellant had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van de dienstregeling voor de stads- en streekdiensten in de regio Eindhoven, specifiek met betrekking tot een bushalte die nabij zijn woning was geplaatst. Hij stelde dat hij hinder ondervond van geluid en stank door de bussen die daar stopten.
De procedure begon met de indiening van het beroepschrift op 12 oktober 2000, gevolgd door een nadere motivatie van appellant op 5 november 2000. Verweerder heeft zijn standpunt toegelicht tijdens de zitting op 15 november 2001, waarbij appellant niet aanwezig was. Het College heeft vastgesteld dat het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk was verklaard omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Appellant voerde aan dat hij niet tijdig op de hoogte was gesteld van de mogelijkheid om bezwaar te maken, omdat verweerder niet had gereageerd op zijn eerdere correspondentie.
Het College oordeelde dat het bezwaarschrift van appellant, hoewel gericht tegen de dienstregeling, in wezen enkel betrekking had op de locatie van de bushalte. De vaststelling van de dienstregeling impliceert niet automatisch de vaststelling van specifieke halteplaatsen. Het College concludeerde dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard, omdat er geen besluit was waartegen beroep kon worden ingesteld. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten vergoed.