ECLI:NL:CBB:2002:AD8664
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- M.A. van der Ham
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing aanvraag EG-steunverlening akkerbouwgewassen
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, dat zijn aanvraag voor subsidie op grond van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen had afgewezen. De aanvraag was ingediend op 15 april 1999 en betrof een oppervlakte van 15,9 hectare zomertarwe. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellant geen braakgelegde percelen had opgegeven. Appellant maakte bezwaar tegen deze afwijzing, waarbij hij stelde dat hij abusievelijk een onjuiste bijdragecode had gebruikt voor perceel 7, dat hij in 1999 wel degelijk had braakgelegd. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven ontving het beroepschrift op 12 oktober 2000 en het onderzoek ter zitting vond plaats op 29 november 2001.
Het College oordeelde dat de Minister ten onrechte had geconcludeerd dat er geen sprake was van een duidelijke fout in de aanvraag van appellant. Het College stelde vast dat de aanvraag niet onlogisch was en dat appellant had voldaan aan de voorwaarden voor subsidie. De Minister had bovendien nagelaten appellant te informeren over de onduidelijkheid in zijn aanvraag. Het College verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de Minister op om opnieuw te beslissen op het bezwaarschrift van appellant, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de Minister veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan appellant.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige behandeling van subsidieaanvragen en de noodzaak voor bestuursorganen om duidelijk te communiceren met aanvragers over eventuele onduidelijkheden in hun aanvragen.