ECLI:NL:CBB:2002:AD9446
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.J. Kuiper
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake busdienstregeling
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Gedeputeerde Staten van Zeeland, waarbij zijn bezwaar tegen de vaststelling van een busdienstregeling niet-ontvankelijk werd verklaard. Het beroep is ingediend op 23 februari 2000, naar aanleiding van een besluit van 11 januari 2000. Appellant stelde dat de busdienstregeling, die door Connexxion BV werd uitgevoerd, leidde tot onaanvaardbare overlast in de vorm van verkeersdrukte en geluidsoverlast op het Banckertplein. De Gedeputeerde Staten stelden dat appellant niet als belanghebbende kon worden aangemerkt, omdat zijn bezwaren te ver verwijderd waren van het besluit. Tijdens de zitting op 6 december 2001 was appellant niet aanwezig, maar verweerders lichtten hun standpunt toe.
De kern van het geschil draait om de vraag of de appellant recht heeft op een ontvankelijkheid van zijn bezwaar. De Wet Personenvervoer vereist dat bij de vaststelling van een busdienstregeling een afweging wordt gemaakt tussen verschillende belangen, waaronder verkeersveiligheid en milieubeheer. Appellant voerde aan dat de dienstregeling niet in overeenstemming was met deze wet en dat hij onevenredig nadeel ondervond. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelde dat de Gedeputeerde Staten onvoldoende onderbouwd hadden dat de overlast niet was toegenomen en dat de eerdere uitspraak niet van toepassing was op de huidige situatie.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep van appellant gegrond, vernietigde het bestreden besluit en verklaarde het bezwaar van appellant ongegrond. De provincie Zeeland werd verplicht om het griffierecht van appellant te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van belangen bij de vaststelling van openbaar vervoersvoorzieningen en de noodzaak om belanghebbenden de gelegenheid te geven hun wensen kenbaar te maken.