Artikel 25d
1. Een bestrijdingsmiddel, waarvan de werkzame stof of stoffen door
het college zijn aangewezen, is, in afwijking van het bepaalde bij of krachtens de
artikelen 3 en 3a en van de artikelen 4, eerste lid, en 5, eerste lid, van rechtswege
toegelaten of geregistreerd met ingang van het in het derde lid bedoelde tijdstip.
2. Bij de aanwijzing van een werkzame stof, bedoeld in het eerste lid, wordt
rekening gehouden met de effecten van de betrokken werkzame stof, bedoeld in
artikel 3, eerste lid, onderdeel a, ten derde tot en met ten tiende.
3. De toelating of registratie, bedoeld in het eerste lid, is van kracht met
ingang van het tijdstip van beëindiging van de uit hoofde van artikel 4 afgegeven
toelating of registratie, met dien verstande dat indien dit tijdstip van beëindiging
reeds is verstreken, de toelating, onderscheidenlijk registratie terug werkt tot en
met dat tijdstip. De toelating, onderscheidenlijk registratie geldt, in afwijking
van artikel 5, eerste lid, tot het tijdstip waarop uiterlijk uitvoering moet zijn
gegeven aan een met betrekking tot de betrokken werkzame stof vastgestelde
communautaire maatregel als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, met
dien verstande dat zij in ieder geval doorloopt na 26 juli 2003, dan wel 15 mei
2010 indien uiterlijk op die onderscheiden datum geen communautaire maatregel
is vastgesteld die vermeldt of de betrokken werkzame stof mag worden gebruikt
als basis voor een gewasbeschermingsmiddel onderscheidenlijk biocide.
4. Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde bestrijdingsmiddelen
is het verboden te handelen in strijd met de krachtens artikel 5, tweede en derde
lid, gegeven voorschriften, zoals deze golden tot het moment van beëindiging
van de toelating of registratie uit hoofde van artikel 4, en met de krachtens
artikel 13 gegeven voorschriften.
5. Onverminderd de artikelen 5 en 7 wordt een toelating of registratie als
bedoeld in het eerste lid, door het college ingetrokken of worden de
voorschriften, bedoeld in artikel 5, tweede lid, door het college gewijzigd indien
dat noodzakelijk is ter uitvoering van een communautaire maatregel. Artikel 7,
derde en vierde lid, zijn op de intrekking van de toelating, onderscheidenlijk
registratie van toepassing.
6. Het eerste lid is:
a. niet van toepassing op een bestrijdingsmiddel waarvan de toelating of
registratie ingevolge een communautaire maatregel niet verleend mag worden;
b. niet van toepassing op een bestrijdingsmiddel waarvan de toelating of
registratie ingevolge een communautaire maatregel dient te worden ingetrokken,
vanaf het tijdstip waarop aan die maatregel uiterlijk uitvoering moet zijn
gegeven;
c. uitsluitend van toepassing op een bestrijdingsmiddel dat een werkzame stof
bevat die reeds vóór 26 juli 1993, indien het een gewasbeschermingsmiddel
betreft, onderscheidenlijk 15 mei 2000, indien het een biocide betreft, werd
afgeleverd en niet bij een in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, bedoelde
communautaire maatregel is aangewezen;
d. uitsluitend van toepassing op een bestrijdingsmiddel dat is toegelaten of
laatstelijk op 1 januari 2001 toegelaten is geweest of is geregistreerd;
e. niet van toepassing op een bestrijdingsmiddel waarvan de toelating of
registratie is ingetrokken op verzoek van de toelating houder of ten aanzien
waarvan geen aanvraag tot verlenging van de toelating of registratie is ingediend
overeenkomstig de krachtens artikel 4 gestelde regelen omtrent het indienen van
een aanvraag;
f. niet van toepassing op een bestrijdingsmiddel waarop artikel II van de wet van
25 januari 2001, houdende wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962
(landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen) van toepassing is of
is geweest.
7. Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid wordt door de zorg van Onze
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in de Staatscourant bekend
gemaakt. Hij gaat daartoe niet eerder over dan nadat de aanwijzing aan beide
Kamers der Staten-Generaal is overgelegd voor een periode van 30 dagen.
8. Onze betrokken minister kan, ter uitvoering van een communautaire
maatregel, dit artikel onder door hem te stellen regelen van overeenkomstige
toepassing verklaren voor bestrijdingsmiddelen op basis van door hem
aangewezen werkzame stoffen.