ECLI:NL:CBB:2002:AE1129
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Toekenning van winterpremie en voorwaarden voor uitvoering van werkzaamheden
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 april 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante A, gevestigd te B, en verweerder, het Bedrijfschap Schildersbedrijf, te Rijswijk. Appellante had op 21 mei 2001 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van verweerder van 16 mei 2001, waarin de premieaanvraag van appellante voor de winterpremieregeling werd afgewezen. De procedure omvatte een zitting op 8 maart 2002, waar verweerder zijn standpunt toelichtte. De kern van het geschil betrof de voorwaarden waaronder verweerder premies verleent ter stimulering van de werkgelegenheid in de wintermaanden. Appellante had een aanvraag ingediend voor een premie op basis van de premieregeling, maar verweerder verklaarde deze aanvraag ongegrond omdat appellante de werkzaamheden had uitgevoerd voordat zij een premietoezegging had ontvangen, wat in strijd was met artikel 12 van de premieregeling. Appellante voerde aan dat zij niet op de hoogte was van het feit dat de aanvraag niet was ontvangen en dat zij aan alle andere voorwaarden had voldaan. Het College oordeelde dat verweerder terecht had geweigerd de premie toe te kennen, omdat appellante niet had voldaan aan de voorwaarden van de regeling. Het College concludeerde dat de weigering van de premietoekenning gerechtvaardigd was en verklaarde het beroep ongegrond. Er werden geen proceskosten vergoed.