ECLI:NL:CBB:2002:AE2683
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- J.A. Hagen
- A.J. Medze
- Rechtspraak.nl
Weigering energie-investeringsaftrek op basis van termijnoverschrijding
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 april 2002 uitspraak gedaan in het geschil tussen V. & E. Bloemenexport B.V. en de Minister van Economische Zaken. De appellante, V. & E. Bloemenexport B.V., had een beroep ingesteld tegen de weigering van de Minister om een verklaring voor energie-investeringsaftrek af te geven. Dit besluit was genomen op basis van het feit dat de investering te laat was aangemeld. De procedure begon op 14 februari 2001, toen appellante een beroepschrift indiende tegen het besluit van 4 januari 2001 van de Minister, waarin het bezwaar tegen de weigering van de verklaring werd afgewezen.
De kern van het geschil draaide om de vraag of de termijnoverschrijding voor het indienen van de aanvraag voor de energie-investeringsaftrek verschoonbaar was. Appellante stelde dat de vertraging was veroorzaakt door overmacht, omdat de leverancier pas op 5 mei 1999 een schriftelijke orderbevestiging had gestuurd, terwijl de investering op 21 mei 1999 was aangemeld. Het College oordeelde echter dat appellante verantwoordelijk was voor het tijdig aanleveren van de benodigde documenten en dat zij onvoldoende actie had ondernomen om de orderbevestiging tijdig te verkrijgen.
Het College concludeerde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat de Minister op goede gronden had besloten geen energieverklaring af te geven. De uitspraak benadrukte het belang van het tijdig indienen van aanvragen en de verantwoordelijkheden van de aanvrager in het kader van de Wet op de Inkomstenbelasting. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten aan de Minister opgelegd.