ECLI:NL:CBB:2002:AE6051
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Landbouw inzake premie voor zoogkoeien
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 juni 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant A, vertegenwoordigd door mr. J. Teigeler, en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, dat betrekking had op de toekenning van een premie in het kader van de Regeling dierlijke EG-premies. Het geschil ontstond naar aanleiding van een besluit van 8 juni 2000, waarbij appellant een premie voor 16 zoogkoeien was toegekend, maar voor één koe, met ID-code 179758184, was een korting van 5,88% toegepast omdat er geen kalfdatum in het I&R-systeem was geregistreerd.
De procedure begon op 2 mei 2001 met de indiening van het beroepschrift. Appellant stelde dat de betrokken koe wel degelijk had gekalfd op 1 juli 1999, maar dat het kalf kort na de geboorte was verdwenen. De Minister had in zijn besluit aangegeven dat er geen bewijs was dat de koe had gekalfd, en had appellant gevraagd om bewijs te leveren. Tijdens de zitting op 12 april 2002 heeft appellant zijn standpunt toegelicht en bewijs gepresenteerd, waaronder een getuigenverklaring.
Het College oordeelde dat de Minister in strijd had gehandeld met het beginsel van zorgvuldige voorbereiding door appellant niet te horen over het bewijs dat hij had aangedragen. Het College concludeerde dat de Minister onvoldoende had gemotiveerd waarom het bewijs van appellant niet voldoende was. Daarom verklaarde het College het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de Minister op om opnieuw op het bezwaar te beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd bepaald dat het door appellant betaalde griffierecht van € 102,10 door de Staat moest worden vergoed.