ECLI:NL:CBB:2002:AE7248
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verbindendheid van de TarievenCode in het kader van het LUP-transporttarief
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 2 augustus 2002, wordt het beroep van de appellante, Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor B.V., tegen een besluit van de Directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie behandeld. De appellante had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van het landelijk uniform producenten transporttarief (LUP) door verweerder, welke bezwaren eerder ongegrond waren verklaard. De zaak draait om de vraag of de TarievenCode, die de basis vormt voor het LUP, verbindend is en of appellante in haar belangen is geschaad door de vaststelling van dit tarief.
De procedure begon op 11 oktober 2000 met de indiening van een beroepschrift door appellante tegen het besluit van verweerder van 31 augustus 2000. Dit besluit verklaarde de bezwaren van appellante tegen het LUP-transporttarief ongegrond. Tijdens de zitting op 3 mei 2002 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De appellante stelde dat de TarievenCode onverbindend was en dat dit de vaststelling van het LUP beïnvloedde. Verweerder betwistte dit en stelde dat de wetgever geen ruimere rechtsbescherming had willen creëren dan bij reguliere besluiten.
Het College oordeelde dat de appellante wel degelijk de mogelijkheid had om de verbindendheid van de TarievenCode aan te vechten, en dat deze mogelijkheid niet in de tijd beperkt was. Het College concludeerde dat de bezwaren van appellante niet gegrond waren, en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de noodzaak van rechtsbescherming voor belanghebbenden en de mogelijkheid om tegen algemeen verbindende voorschriften beroep in te stellen, ongeacht het tijdstip van de vaststelling van deze voorschriften.