ECLI:NL:CBB:2002:AE7254
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- C.M. Wolters
- M.J. Kuiper
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van de Minister van Economische Zaken inzake tariefdragers voor elektriciteit
In deze zaak hebben appellanten, bestaande uit verschillende energieproducenten, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Economische Zaken, waarin hun bezwaren tegen het Besluit tariefdragers voor elektriciteit gedeeltelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk ongegrond zijn verklaard. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de zaak behandeld na ontvangst van het beroepschrift op 28 juni 2000, dat betrekking had op een besluit van 19 mei 2000. Dit besluit was een reactie op de bezwaren van appellanten tegen een eerder besluit van 1 juli 1999, waarin de tariefdragers voor de tarieven voor transport en levering van elektriciteit werden vastgesteld.
De appellanten voerden aan dat de vaststelling van de tariefdrager niet de rechtsgevolgen met zich meebracht waartegen zij zich verzetten, aangezien deze pas van toepassing zijn na de vaststelling van de Tarievencode en het producententarief door de directeur DTe. Het College oordeelde dat de argumenten van appellanten, ontleend aan de parlementaire behandeling van de Elektriciteitswet, niet opgingen, omdat de tekst van artikel 25b (thans 29) geen nadere interpretatie behoeft.
Het College concludeerde dat het Besluit tariefdragers moet worden aangemerkt als een algemeen verbindend voorschrift, waartegen geen bezwaar of beroep kan worden ingesteld. Het College verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van de Minister en verklaarde het bezwaarschrift van appellanten tegen het Besluit van 1 juli 1999 niet-ontvankelijk. Tevens werd de Minister veroordeeld in de proceskosten van de appellanten, vastgesteld op € 644,--, en werd het door appellanten betaalde griffierecht van € 204,20 vergoed door de Staat.