ECLI:NL:CBB:2002:AE8713
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- B. Verwayen
- H.C. Cusell
- B. van Wagtendonk
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van schadevergoeding door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
In deze zaak hebben appellanten A en B, beiden handelend in maatschapsverband, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Dit besluit, genomen op 5 juni 2001, verklaarde het bezwaar van appellanten tegen een eerdere afwijzing van hun verzoek om schadevergoeding niet-ontvankelijk. De procedure begon op 17 juli 2001, toen het College het beroepschrift ontving. De zaak werd behandeld op 16 juli 2002, waar de gemachtigden van beide partijen hun standpunten toelichtten.
De grondslag van het geschil ligt in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwd), waarin de Minister bevoegd is om maatregelen te nemen ter voorkoming van besmettelijke dierziekten. Appellanten stelden dat hun runderen onterecht waren getuberculineerd, wat hen schade had berokkend. De Minister had echter in zijn besluit gesteld dat de brief van 20 september 2000, waarin het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden aangemerkt. Dit betekende dat er geen mogelijkheid was voor bezwaar of beroep.
Het College oordeelde dat de tuberculinatie van de runderen een feitelijke handeling was en geen publiekrechtelijke rechtshandeling die onder de Awb viel. De appellanten konden hun schadevergoeding enkel via de burgerlijke rechter vorderen. Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 19 september 2002, waarbij de rechters B. Verwayen, H.C. Cusell en B. van Wagtendonk betrokken waren, met mr. B. van Velzen als griffier.