ECLI:NL:CBB:2002:AE9959
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.J. Kuiper
- R.P.H. Rozenbrand
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen S&O-verklaringen voor de ontwikkeling van geverfde rozen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 september 2002 uitspraak gedaan in de zaken AWB 00/631 en 00/632, waarin appellanten A en B, vertegenwoordigd door gemachtigde E.E. Tiendalli, in beroep gingen tegen besluiten van de Minister van Economische Zaken. De minister had op 19 juli 2000 de aanvragen van appellanten om S&O-verklaringen afgewezen, omdat de werkzaamheden niet voldeden aan de criteria voor speur- en ontwikkelingswerk zoals vastgelegd in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA). Appellanten stelden dat zij een technisch nieuw fysiek product ontwikkelden, namelijk geverfde rozen, door gebruik te maken van biologisch afbreekbare kleurstoffen en een speciaal ontwikkelde klimaatkamer.
Tijdens de zitting op 7 juni 2002 werd duidelijk dat de appellanten voornamelijk bestaande rozen en kleurstoffen gebruikten en zich richtten op het optimaliseren van het verfproces. Het College oordeelde dat de werkzaamheden van appellanten niet meer inhielden dan het combineren van bestaande componenten en het aanpassen van processen, zonder dat er sprake was van daadwerkelijke ontwikkeling van nieuwe producten. De appellanten konden niet aantonen dat hun werkzaamheden wezenlijk nieuw waren in technisch opzicht.
Het College concludeerde dat de minister terecht had vastgesteld dat de aanvragen om S&O-verklaringen niet konden worden goedgekeurd, omdat de werkzaamheden niet voldeden aan de eisen van de WVA. De beroepen van appellanten werden ongegrond verklaard, en er werden geen kosten aan de minister opgelegd. Deze uitspraak benadrukt het belang van daadwerkelijke technische innovatie en ontwikkeling in de context van S&O-verklaringen.