ECLI:NL:CBB:2003:AF3775
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Weigering inschrijving assurantiebemiddelingsbedrijf wegens gebrek aan vakbekwaam feitelijk leider
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, hebben appellanten A en B beroep ingesteld tegen een besluit van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad. Dit besluit, genomen op 19 juni 2002, betrof de weigering van de inschrijving van A in het register van assurantietussenpersonen op grond van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf. De procedure begon op 25 juli 2002, toen appellanten hun beroepschrift indienden. De kern van het geschil was dat A niet beschikte over een vakbekwaam feitelijk leider, wat een vereiste is voor inschrijving in het register. De Bestuurskamer had eerder op 18 december 2001 besloten om de inschrijving van B door te halen, omdat hij zijn eenmanszaak had omgezet in A en niet langer voldeed aan de eisen van de Wet.
Tijdens de zitting op 17 december 2002, waar appellanten niet aanwezig waren, heeft de Bestuurskamer het standpunt van verweerder toegelicht. De appellanten voerden aan dat de weigering om A in te schrijven onredelijk was, gezien de omstandigheden waaronder B zijn activiteiten had ondergebracht in A en het vertrek van de feitelijk leider K. De appellanten stelden dat zij in afwachting waren van een nieuwe vakbekwame leider en vroegen om een tijdelijke ontheffing van het inschrijvingsvereiste.
Het College oordeelde dat de door verweerder aangevoerde redenen voor de weigering van de inschrijving van A terecht waren. Het vertrek van de feitelijk leider en de wijziging van rechtsvorm werden niet als bijzondere omstandigheden beschouwd die een opschorting van de doorhaling van B rechtvaardigden. Het College concludeerde dat de appellanten niet voldeden aan de vereisten van de Wet en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. M.A. van der Ham, met mr. M.S. Hoppener als griffier, op 14 januari 2003.