ECLI:NL:CBB:2003:AF3782
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Weigering aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten in horecagelegenheid
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 29 januari 2003 uitspraak gedaan in het geschil tussen A, h.o.d.n. De Platte Zaal, en de burgemeester van Echt. A had een beroepschrift ingediend tegen een besluit van de burgemeester, waarin het bezwaar van A tegen de weigering van een aanwezigheidsvergunning voor twee kansspelautomaten werd afgewezen. De procedure begon op 26 april 2002, toen A per fax het beroepschrift indiende tegen het besluit van 15 maart 2002, dat op 20 maart 2002 was verzonden. Dit besluit was een reactie op het bezwaar van A tegen een eerder besluit van 17 juli 2001, waarin de vergunning voor de kansspelautomaten was geweigerd.
De kern van het geschil draaide om de vraag of de inrichting van A, die zowel een snackbar als een eet- en partycafé omvatte, als hoogdrempelig kon worden aangemerkt. De burgemeester had gesteld dat de inrichting als geheel laagdrempelig was, omdat de activiteiten in de snackbar een zelfstandige betekenis hadden en niet enkel ter ondersteuning van het partycafé dienden. A voerde aan dat de tussendeur tussen de snackbar en het partycafé gesloten was, maar het College oordeelde dat deze deur vanwege brandveiligheidsvoorschriften niet op slot mocht, waardoor het publiek beide gedeelten kon bereiken zonder de tussendeur te passeren.
Het College concludeerde dat niet voldaan was aan de voorwaarden van artikel 30c van de Wet op de kansspelen, die vereisen dat de overige ruimten in de inrichting uitsluitend bereikbaar zijn zonder eerst de hoogdrempelige horecalokaliteit te betreden. Daarom werd het beroep van A ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten vergoed. De uitspraak benadrukt de strikte naleving van de wetgeving omtrent kansspelen en de voorwaarden voor het verlenen van aanwezigheidsvergunningen.